Voedingssonde bij alvleesklierontsteking meestal overbodig
Mensen die in het ziekenhuis worden opgenomen met een acute alvleesklierontsteking krijgen meestal direct een voedingssonde. Er werd altijd gedacht dat dit een infectie kan voorkomen, echter blijkt het aantal infecties hierdoor niet af te nemen aldus nieuw onderzoek onder leiding van het UMC Utrecht.
Het onderzoek werd uitgevoerd door de zogeheten Pancreatitis Werkgroep Nederland, een samenwerkingsverband tussen verschillende academische en topklinische ziekenhuizen. 208 pancreatitispatiënten namen deel aan de studie, waarvan de helft binnen 24 uur na opname een voedingssonde kreeg. De andere helft kreeg 'normale' voeding, 72 uur na opname. Alleen wanneer iemand hierdoor na een aantal dagen nog steeds onvoldoende voedingsstoffen binnen kreeg, werd alsnog een sonde geplaatst.
Geen bijkomende effecten van vroege sondevoeding
Er bleken geen verschillen te zitten tussen de groepen als het gaat om aantal infecties of verloop van de ziekte. Dit impliceert dat snelle sondevoeding geen voordelen oplevert. Olaf Bakker, arts-onderzoeker van de afdeling Chirurgie van het UMC Utrecht en coördinator van de studie, zegt: "Bijna 70% van de patiënten had uiteindelijk helemaal geen voedingssonde nodig. Als het wereldwijd beleid wordt om niet meer direct een voedingssonde te geven, scheelt dat heel wat ellende voor de patiënt: zo’n sonde kan pijnlijk en vervelend zijn".