Bijwerkingen bij een bloedtransfusie
Bij een bloedtransfusie kunnen er verschillende bijwerkingen optreden. Zo kun je last krijgen van een allergische reactie tegen bepaalde eiwitten in het donorbloed. Er blijft ook altijd een kans dat je besmet wordt met een virus of bacterie uit het bloed.
Er kunnen ook andere reacties optreden, bijvoorbeeld:
- Een afweerreactie van jouw afweercellen tegen de cellen in het donorbloed
- Een afweerreactie van witte bloedcellen van de donor tegen jouw cellen
Bij een allergische kun je last hebben van koorts, rillingen, galbulten, jeuk of een rode huid. Bij een afweerreactie tegen het donorbloed krijg je onder andere koorts. Tegen beide bijwerkingen kun je medicijnen krijgen. Als je afweerstoffen tegen het donorbloed maakt, krijg je een bloedgroepenkaartje waarop dit vermeld staat. Als je nog een keer een bloedtransfusie krijgt, moet je dit kaartjeaan je arts laten zien.
Als je erg vaak een bloedtransfusie krijgt, kun je last krijgen van ijzerstapeling. Dit betekent dat er te veel ijzer in je lichaam zit. Dit kan erg gevaarlijk zijn voor verschillende organen. IJzerstapeling wordt behandeld met ijzerbindende medicijnen. Die zorgen ervoor dat je het teveel aan ijzer via de urine en ontlasting uitscheidt.
Een bloedtransfusie weigeren
Je kunt een bloedtransfusie altijd weigeren. Vaak zijn er alleen niet veel andere mogelijkheden. Bij sommige operaties of behandelingen moet er een bloedtransfusie gegeven worden, anders kunnen ze niet uitgevoerd worden. Het brengt dus soms grotere risico’s met zich mee om de transfusie te weigeren dan om hem te ontvangen. Als je twijfelt, kun je dit bespreken met je arts.
Laatst bijgewerkt op 8 juni 2018