Hoe kan immunotherapie iets aan de oorzaak van een allergie doen?
Immunotherapie pakt de oorzaak van een allergie aan door de stof waarvoor je allergisch bent (allergeen) toe te dienen.
Ons afweersysteem beschermt ons tegen lichaamsvreemde stoffen die ongewenst of schadelijk kunnen zijn. Dat is positief, want zo worden we niet constant ziek van de bacteriën en virussen om ons heen. Soms raakt je afweersysteem echter in de war en reageert het op stoffen die niet gevaarlijk zijn, zoals pollen, huisstofmijt of huidschilfers van katten. Je lichaam maakt antilichamen aan om de ‘indringers’ buiten de deur te houden, histamine wordt uitgescheiden en allergieklachten treden op.
Door drie tot vijf jaar telkens een bepaalde hoeveelheid van de stof waarvoor je allergisch bent tot je te nemen, raakt je lichaam aan het allergeen gewend. Het zal hier steeds minder antilichamen tegen aanmaken en op den duur zal je lichaam helemaal niet meer tegen het allergeen (de ‘vreemde’ stof) vechten. Je lichaam zal de allergische stof herkennen als een ongevaarlijke stof. Hierdoor verminderen je allergieklachten of blijven ze zelfs helemaal weg.