Behandeling van diabetes type 2 - medicijnen
Als het niet lukt om met een gezonde leefstijl de bloedsuikerspiegel op niveau te houden, dan kan de arts medicijnen voorschrijven. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Bij een behandeling met medicijnen is het altijd belangrijk om de aanwijzingen van de arts met betrekking tot het gebruik van de medicijnen zorgvuldig op te volgen.
Helaas kunnen er vervelende bijwerkingen optreden door het medicijngebruik. Hierdoor kan het moeilijk zijn om de behandeling vol te houden. Bespreek dit soort problemen altijd met de arts of diabetesverpleegkundige. Deze kan wellicht een alternatieve behandeling voorschrijven.
Hypo
Een veel voorkomende bijwerking bij het gebruik van medicijnen voor diabetes type 2 is het optreden van hypoglykemie, oftewel het krijgen van een hypo. Bij een hypo daalt de bloedsuikerspiegel snel. Hierdoor kunnen klachten zoals hoofdpijn, zweten, duizeligheid, hartkloppingen en sufheid ontstaan. Soms kan de bloedsuikerspiegel zelfs zover dalen dat iemand bewusteloos of in coma raakt. Door druivensuiker te eten of limonade te drinken kan het bloedglucosegehalte verhoogd worden, waardoor de hypo overgaat.
Metformine
Bij de behandeling van diabetes type 2 met medicijnen, is de eerste keus in de meeste gevallen het medicijn metformine. Metformine maakt de lichaamscellen gevoeliger voor insuline en remt de glucoseproductie in de lever. Wereldwijd wordt dit medicijn al heel lang voorgeschreven en in uitgebreid onderzoek is aangetoond dat het een effectieve behandeling voor diabetes type 2 is. Bijwerkingen bij metformine zijn misselijkheid en darmklachten, maar deze klachten gaan meestal vanzelf weer over.
Omdat diabetes type 2 een progressieve ziekte is, zal de bloedsuikerspiegel na verloop van tijd toch weer gaan stijgen. Zodra dit het geval is, kunnen er aanvullende medicijnen voorgeschreven worden. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden: SU's, TZD's en DPP-4 remmers.
SU's (sulfonylureumderivaten)
Voorbeelden van SU's zijn tolbutamide en glimeperide. Dit soort medicijnen zorgt ervoor dat er meer insuline afgegeven wordt door de alvleesklier. De bloedsuikerspiegel zal daardoor dalen. Verder stimuleren SU's de werking van insuline in de lever, de spieren en het vetweefsel. Bijwerkingen die bij gebruik van SU's op kunnen treden zijn voornamelijk hypo's en gewichtstoename.
TZD's (thiazolidinedionen)
Door TZD's wordt de gevoeligheid voor insuline van de lever, de spieren en het vetweefsel verbeterd. Suikers worden daardoor beter opgenomen en de vorming van glucose in de lever wordt verminderd. De enige TZD's is pioglitazon. Vooral een toename van het lichaamsgewicht is een veel genoemde bijwerking van TZD's. Daarnaast komt het regelmatig voor dat het lichaam vocht vasthoudt bij gebruik van dit medicijn.
DPP-4 remmers (dipeptylpeptidase-4)
Een nieuwere groep medicijnen zijn de DPP-4 remmers, zoals saxagliptine, sitagliptine en vildagliptine. Door dit soort medicatie wordt het eigen vermogen van het lichaam versterkt om een verhoogd bloedsuikergehalte te kunnen verlagen. Het lichaam wordt door dit medicijn geholpen om zèlf de insulineproductie van de alvleesklier te verhogen, en dan alleen wanneer het nodig is. Daarnaast zorgt het ervoor dat de lever minder glucose aanmaakt. Bijzonder aan deze groep medicijnen is, dat ze alleen werken als het nodig is. Dit is dus afhankelijk van de bloedsuikerspiegel: alleen als deze te hoog is hoeft er door de medicijnen ingegrepen te worden. Hierdoor komen bijwerkingen zoals gewichtstoename en hypo's bij DPP-4 remmers aanzienlijk minder voor. Wel kunnen er klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, lage bloedsuikerwaarden en verstopping optreden.