Mola-zwangerschap
Wat is een mola-zwangerschap?
Een mola-zwangerschap kan gezien worden als een bijzondere vorm van een niet goed aangelegde zwangerschap. Nadat een zaadcel een eicel heeft bevrucht, deelt de bevruchte eicel zich. De twee cellen die zo ontstaan delen zich zelf ook weer. Zo gaat het proces door en komen er steeds meer nieuwe cellen. Bij een normale zwangerschap ontstaan uit deze cellen een embryo (een vrucht, een toekomstig kind) en een placenta (een moederkoek). Wanneer er bij of kort na de bevruchting iets misgaat kan het gebeuren dat alleen de placenta doorgroeit. Er is dan sprake van een mola-zwangerschap. De placenta groeit in de baarmoederholte almaar verder en door vochtophoping ontstaan talloze blaasjes. Gewoonlijk is er bij een mola-zwangerschap dus geen embryo. Is er bij uitzondering toch een vrucht, dan is deze bijna nooit levensvatbaar.
Waardoor wordt een mola-zwangerschap veroorzaakt?
Dat is niet bekend. Het is dan ook niet te voorspellen welke vrouw dit zal overkomen. Sommige vrouwen lopen wel meer kans, bijvoorbeeld vrouwen die afkomstig zijn uit Zuid-Oost-Azië. Mogelijk spelen erfelijke factoren een rol. Ook de leeftijd is van belang: vrouwen onder de 15 en boven de 40 jaar hebben meer kans op een mola. Meestal is er geen oorzaak voor een mola-zwangerschap aan te wijzen. Langdurig pilgebruik, sporten of stress verhogen de kans op een mola niet. In tegenstelling tot een 'gewone' miskraam komt een mola-zwangerschap heel zelden voor: bij 1 op de 2000 zwanger-schappen.
Hoe wordt een mola ontdekt?
Een mola-zwangerschap wordt vastgesteld bij echoscopisch onderzoek. In plaats van een vruchtzakje met een embryo en een kloppend hartje worden vele kleine blaasjes gezien die de baarmoederholte opvullen. Soms is bloedverlies via de schede de reden voor het echoscopisch onderzoek, soms wordt het hartje niet gehoord, of lijkt de baarmoeder te groot voor de duur van de zwangerschap. Ook kan een mola-zwangerschap bij toeval worden ontdekt bij echoscopisch onderzoek dat om een andere reden gedaan wordt.
Klachten
Meestal zijn er bij een mola-zwangerschap geen bijzondere klachten. 'Gewone' zwangerschapsverschijnselen zoals moeheid en misselijkheid zijn er vaak wel. Als de zwangerschapsduur vordert, neemt de kans op vaginaal bloedverlies toe.
Aanvullend onderzoek
Als echoscopisch onderzoek laat zien dat er (zeer waarschijnlijk) sprake is van een mola-zwangerschap, wordt er een longfoto gemaakt om te zien of de mola-blaasjes zich verspreid hebben naar de longen. In het laboratorium wordt onderzocht hoeveel zwangerschapshormoon (hCG) in het bloed aanwezig is. hCG wordt in het placentaweefsel gemaakt. De hoeveelheid van dit hormoon geeft aan hoeveel placentaweefsel er is, en dus hoe actief de mola is.