Klachten bij de ziekte van Graves
Bij de ziekte van Graves is er meestal sprake van een te hard werkende schildklier. De schildklier (in de hals) is dan vaak licht vergroot. De algemeen lichamelijke klachten zijn: beven, hartkloppingen, afvallen ondanks veel eten, het gauw warm hebben, frequente ontlasting of dunne ontlasting, wegblijvende menstruatie. De oogverschijnselen (ophthalmopathie) zijn: wijdopen gesperde ogen, pijnlijke rode, tranende ogen, bolle ogen, zwelling van de oogleden, dubbelzien, slecht zien. Deze verschijnselen worden veroorzaakt doordat de oogspiertjes en het vet in de oogkassen zwellen, waardoor de inhoud van de oogkas als het ware naar buiten wordt geduwd. Zijn de oogleden heel stevig, dan valt de uitpuiling van de ogen wel mee, maar toch is juist deze situatie gevaarlijk, omdat dan de druk in de oogkas stijgt waardoor de oogzenuw beklemd wordt en blindheid kan ontstaan.
Het stellen van de diagnose
De diagnose wordt gesteld op grond van de klinische verschijnselen, meetbare veranderingen in het bloed en in sommige gevallen een CT- of MRI - scan van de oogkas. Bij patiënten met de oogverschijnselen van Graves is op de scan te zien, dat een of meer oogspieren verdikt zijn of dat het oogkasvet is toegenomen. Ook kan de dikte van de oogspieren gemeten worden met ultra geluid (echografie). Bij klachten van dubbelzien zal evaluatie van de oogbewegingen plaats vinden.