Hoe gaat cryotherapie in zijn werk?
Bij cryotherapie wordt een deel van de huid met vloeibare stikstof bevroren. De vloeibare stikstof heeft een temperatuur van min 196 °C.
De behandeling kan een onprettig gevoel geven doordat de temperatuur van de huid tijdens de behandeling daalt. Meestal is het niet nodig om vooraf te verdoven.
Alleen bij een oppervlakkig basaalcelcarcinoom (een vorm van huidkanker die in vrijwel alle gevallen goed te genezen is) wordt de te behandelen plek plaatselijk verdoofd. De reden daarvan is dat de duur van bevriezen langer is en er daarom meer kans op pijn is. Met een injectie spuit de arts de verdovingsvloeistof in. U voelt eerst de prik en daarna een branderig gevoel. De plek is vrijwel meteen verdoofd. Vanaf dat moment voelt u alleen nog dat de arts bezig is en voelt u geen pijn.
De arts kan de vloeibare stikstof op twee manieren aanbrengen:
- Met een wattenstok.
De arts wikkelt een wattenprop om de punt van een stokje en dompelt deze in vloeibare stikstof. Daarna drukt de arts het stokje met de wattenprop ongeveer tien seconden tegen de huidafwijking. De huidafwijking wordt meteen wit. Deze methode voert de arts meestal één of twee keer kort achter elkaar uit.
- Met een spraytechniek.
Bij deze techniek sprayt de arts met een spuitbus de vloeibare stikstof vanaf ongeveer één centimeter afstand op de huidafwijking. Deze wordt meteen wit. Ook deze methode voert de arts meestal één of twee keer kort achter elkaar uit.
Duur van de behandeling
De behandeling zal ongeveer 15 tot 30 minuten duren.
Complicaties/ bijwerkingen
Een complicatie die kan optreden is een infectie waardoor de wond ontstoken raakt. Een ontsteking van de wond uit zich door pijn, zwelling, roodheid en pus. Neem in dat geval contact op met uw arts.