Complicaties tijdens en na plaatsen knieprothese
Na het plaatsen van een knieprothese kunnen er verschillende complicaties optreden. Zoals bij veel operaties is er kans op trombose, nabloeding en wondinfectie. Ook kan de knie gezwollen zijn en kan er een blauwe plek ontstaan. Daarnaast zijn er complicaties die specifiek bij het plaatsen van een knieprothese voorkomen, zoals:
- Problemen met de knieschijf. Dit kan komen door wrijving tussen de prothese en de knieschijf. Hierbij kan het nodig zijn om een knieschijfprothese te plaatsen of de spieren en pezen te opereren.
- Een botbreuk. Meestal wordt dit direct tijdens de operatie behandeld.
- Een geïnfecteerde prothese. Hiervoor krijg je antibiotica. Als dit niet helpt, moet de prothese er soms uitgehaald worden. Na genezing van de infectie kan een nieuwe prothese geplaatst worden.
- Soms zal de arts de knie onder verdoving doorbuigen om dit te verhelpen.
- Beschadiging van bloedvaten of zenuwen. Hierdoor kun je een doof of slap gevoel krijgen in je knie, voet of been. Dit gaat meestal na een paar maanden vanzelf weer over.
- Het loslaten van de knieprothese. Wanneer dit gebeurt, krijg je een nieuwe prothese.
Een knieprothese zorgt niet altijd voor geheel herstel van de bewegelijkheid van de knie. Daarnaast zijn mensen met een knieprothese gevoeliger voor infecties. Daarom is het soms nodig om preventief antibiotica te gebruiken, bijvoorbeeld bij het trekken van een tand of kies of bij een andere ingreep. Het is daarom belangrijk dat je (tand)arts weet dat je een knieprothese hebt.
Herstel na het plaatsen van een knieprothese
Meestal mag je ongeveer een dag na de operatie uit bed. Het kan dat je nog pijn hebt, hiervoor krijg je vaak pijnstillers. Het is belangrijk om snel te beginnen met het bewegen van de knie. Door te oefenen met buigen en strekken moet de knie weer beweeglijk worden. Dit wordt onder begeleiding van een fysiotherapeut gedaan. De nieuwe knie kan direct belast worden. Vaak kun je na een paar dagen weer naar huis. Zorg dat iemand je ophaalt, want je mag niet zelf rijden.
Eenmaal thuis is het goed om de knie regelmatig te bewegen. Kijk wel uit met zware belasting. Vraag aan je arts of fysiotherapeut wat je wel en niet kunt doen. Soms mag je niet douchen, zwemmen, fietsen en autorijden tot de eerste nacontrole. Overleg met je arts of dit bij jou ook het geval is.
Laatst bijgewerkt op 15 mei 2018