Hoe gaat het plaatsen van een knieprothese in zijn werk?
De operatie waarbij een knieprothese wordt geplaatst, kan gebeuren onder volledige narcose of met plaatselijke verdoving. De chirurg maakt de knie open met een verticale snee van ongeveer tien tot twintig centimeter over de voorkant van de knie. De versleten gewrichtsvlakken worden (deels) verwijderd, nadat het kapsel rond het gewricht en de spieren losgemaakt zijn. Vervolgens wordt het bot aangepast aan de vorm van de prothese, waardoor beide stevig aan elkaar vast gemaakt kunnen worden. De prothese wordt aan het bot vastgemaakt met botcement. Om de knie soepel te laten bewegen en wrijving te voorkomen, wordt er een plastic schijf tussen de twee delen van de prothese geplaatst. Meestal houdt je je eigen knieschijf, tenzij die te erg versleten is. De ingreep duurt ongeveer anderhalf uur.
Tegenwoordig wordt ook wel minimaal invasieve chirurgie toe gepast. Dit houdt in dat er een veel kleinere incisie gemaakt wordt dan bij een conventionele ingreep. Voordelen hiervan zijn dat over het algemeen het ziekenhuisverblijf korter is, het herstel sneller gaat en er veel minder littekenvorming is.
Laatst bijgewerkt op 15 mei 2018