Complicaties en herstel bij een levertransplantatie
Na een levertransplantatie kunnen algemene complicaties optreden, zoals wondinfecties, nabloedingen, trombose en complicaties door de narcose. Gevaarlijke complicaties bij een levertransplantatie zijn afstoting van de nieuwe lever en infecties door bacteriën, virussen en schimmels. Symptomen van afstoting van de lever zijn koorts en geelzucht. Om een afstoting tegen te gaan moet je afweeronderdrukkende medicijnen slikken. Door het slikken van deze medicijnen loop je meer risico op het krijgen van infecties. De bijwerkingen van deze medicijnen brengen ernstige risico’s met zich mee, zoals een verhoogde kans op kanker. Hierdoor is na een levertransplantatie een gezonde levensstijl erg belangrijk. Ook kan het voorkomen dat de lever na transplantatie niet werkt. Een andere complicatie van een levertransplantatie is een gallekkage.
Herstel na de levertransplantatie
Na de operatie worden er verschillende slangen in het wondgebied geplaatst om wondvocht, maagsap en urine af te kunnen voeren. De maagsonde kan meteen na de operatie worden verwijderd. Meestal kunnen de slangen na drie dagen ook worden verwijderd. Dan word je meestal naar de verpleegafdeling gebracht, waar je nog twee tot drie weken blijft om te herstellen. De eerste weken worden er ook verschillend onderzoeken gedaan, zoals een bloedonderzoek en een echo van de lever. Na ongeveer drie weken kunnen de hechtingen verwijderd worden.
Voorafgaand aan de operatie begin je al met het slikken van afweeronderdrukkende medicijnen, zoals prednison, ciclosporine, tracrolimus, azathioprine of mycofenolatmofetil. Deze medicijnen moet je de rest van je leven blijven slikken om afstoting tegen te gaan. Hiermee wordt je immuunsysteem onderdrukt, waardoor je een sterk verlaagde afweer hebt. Daarom lig je de eerste paar dagen na de operatie op een eenpersoonskamer. Ook moet je medicijnen slikken om infecties te voorkomen.
Na je ontslag moet je nog regelmatig ter controle naar het ziekenhuis, na zes maanden en twaalf maanden. Afhankelijk van je vooruitgang zullen deze bezoeken verminderd worden naar uiteindelijk eenmaal per jaar. Een levertransplantatie heeft een relatief hoge overlevingskans. Na tien jaar is 75% van de getransplanteerde patiënten nog in leven.