Hoe gaat het plaatsen van een heupprothese in zijn werk?
Het plaatsen van een totale heupprothese of een heup resurfacing verloopt verschillend. Dit komt doordat bij je een totale heupprothese een nieuwe kop en kom krijgt, terwijl bij resurfacing alleen een metalen plaat over de beschadigde delen wordt geplaatst. Hieronder beschrijven we daarom van allebei de protheses hoe het plaatsen precies in zijn werk gaat.
Totale heupvervanging
Bij een totale heup maakt de chirurg een snee ter hoogte van de heup die vervangen moet worden. Het heupgewricht wordt blootgelegd. Vervolgens zaagt de chirurg de heupkop af. Er blijft dan een dijbeenbot zonder kop over. In het dijbeen wordt een pen (soort staaf) geplaatst. Hierop plaatst hij vervolgens een kop in het juiste formaat. Daarna verwijdert de chirurg de versleten heupkom en vervangt deze door een prothese. Alle delen zijn nu vervangen en de chirurg controleert of de nieuwe kop en kom perfect in elkaar passen. Als dit het geval is, sluit de chirurg de wond met hechtdraad of nietjes. In de wond wordt vaak nog wel een slangetje (‘drain’) aangebracht om het wondvocht af te voeren. Deze mag er na één dag meestal uit.
De operatie duurt meestal één tot twee uur.
Resurfacing
Ook bij resurfacing maakt de chirurg een snee ter hoogte van heup die vervangen moet worden. Het heupgewricht ligt nu bloot en de chirurg gaat aan de slag met het bijschaven van de heupkop. Deze schaaft hij gedeeltelijk af, zodat hij de prothesekop over de oude kop kan plaatsen. Omdat de kop een iets ander formaat heeft, moet de chirurg de heupkom passend maken. Hij schaaft deze bij en plaats er een metalen kom in. De heupkop –en kom passen nu als het goed is precies in elkaar. De wond wordt gedicht en een drain wordt aangelegd om wondvocht af te voeren.
Net als een totale heupvervanging neemt deze operatie zo’n één tot twee uur in beslag.
Hoe gaat het verder na de heupoperatie?
Na de operatie word je naar de uitslaapkamer (‘verkoeverkamer’) gebracht waar je kunt bijkomen van de narcose. Daarna ga je terug naar de verpleegafdeling waar je aan een infuus ligt. Via dit infuus krijgt je pijnstilling. Als je voldoende drinkt, niet meer misselijk bent, geen pijn meer hebt en het ijzergehalte in je bloed goed is, verwijdert de verpleegkundige dit infuus.
De dag van de operatie doe je het nog rustig aan, maar de dag daarop start meteen het revalidatieproces. Als je weer grotendeels voor jezelf kunt zorgen én goed kunt traplopen, mag je weer naar huis. Meestal is dat na drie tot vijf dagen.
Rapid recovery
In sommige ziekenhuizen en klinieken wordt gebruikgemaakt van Rapid Recovery. De bedoeling van Rapid Recovery is dat je zo snel mogelijk weer op de been bent. Daarom wordt meteen op de behandeldag zelf al begonnen met de revalidatie. Een paar uur na de operatie start je met het mobiliseren van uw geopereerde heup onder begeleiding van de fysiotherapeut en de verpleegkundige. Je mag het geopereerde been meteen belasten. Door Rapid Recovery wordt u verblijf in het ziekenhuis of kliniek verkort tot één à twee dagen.