Bijwerkingen antibiotica of antibioticakuur
Naast het gewenste effect, ontstaan er mogelijk bijwerkingen bij het gebruik van antibiotica. De bijwerkingen van antibiotica of een antibioticakuur verschillen per specifiek antibioticum en hiervoor kun je kijken op de medicijnpagina van het betreffende middel. Daarnaast verschilt de reactie op antibiotica per persoon. Welke bijwerkingen antibiotica in het algemeen vaak hebben, beschrijven we op deze pagina. Wanneer je weet dat je overgevoelig bent voor een bepaald antibioticum is het belangrijk je arts in te lichten.
Bijwerking maag-darmklachten door antibiotica(kuur)
In het maag-darmkanaal zitten heel veel bacteriën die een goede spijsvertering en stoelgang mogelijk maken. Veel antibiotica vallen ook de goede bacteriën in het lichaam aan, vooral breedspectrum antibiotica. Daarom worden de bacteriën in het maag-darmkanaal soms verhinderd in hun functie. Klachten zoals misselijkheid, diarree of krampen treden dan soms op als bijwerkingen van een antibiotica(kuur).
Ontwikkeling van een andere (schimmel)infectie
Antibiotica bestrijden een bepaalde groep bacteriën. Daardoor raakt de verhouding van verschillende soorten bacteriën in het lichaam verstoord. Andere bacteriën of schimmels groeien dan beter en veroorzaken soms op andere plaatsen een infectie. Een veelvoorkomende bijwerking van antibiotica is daarom een vaginale schimmelinfectie (bij vrouwen).
Overgevoeligheid als bijwerking antibiotica
Het is mogelijk dat je overgevoelig reageert op het antibioticum. Je krijgt dan last van jeuk of rode vlekken op de huid. Mogelijk heb je last van een allergische reactie. Een lichte allergische reactie bestaat vaak uit jeukende huiduitslag of een piepende ademhaling. Als je een ernstige allergische reactie hebt zwelt mogelijk de keel op, blokkeren de luchtwegen en daalt de bloeddruk. Zo’n allergische reactie is levensbedreigend en een behandeling op de spoedeisende hulp is dan noodzakelijk.
Antibioticaresistentie
Bij alle antibiotica zal de apotheker je vertellen dat je de kuur moet afmaken. Dat is zo belangrijk omdat er anders risico bestaat dat de bacterie resistent raakt. Als je de kuur vervroegd stopt, zijn mogelijk niet alle ziekmakende bacteriën dood. Deze kunnen dan weer aansterken en een manier vinden om nooit meer op het antibioticum te reageren. Deze bacteriële infectie is dan niet meer met dit antibioticum te verhelpen. Deze bacterie groeit wel verder en infecteert mogelijk andere mensen. Dit kan tot levensbedreigende infecties leiden omdat de bacterie ongevoelig is geworden. De arts moet dan voor een ander antibioticum kiezen waarvan misschien minder bekend is of deze helpt of wat de bijwerkingen zijn. Om het risico op resistentie te verkleinen is het belangrijk alleen antibiotica te gebruiken als het echt nodig is en de antibioticakuur af te maken, ook wanneer je geen klachten meer ervaart.
Kijk voor meer informatie over hoe resistentie ontstaat naar dit filmpje:
Bron video: RIVM