Herpes
Wat is herpes?
Herpes is een verzamelnaam voor ziekten die veroorzaakt worden door het Herpes Simplex Virus (HSV). Dit is een van de meest voorkomende virussen bij de mens. In Nederland is 50-70% van de bevolking drager van het HSV. Van het Herpes Simplex Virus bestaan twee typen: type 1, meestal verantwoordelijk voor herpesinfecties van gezicht en lippen. type 2, meestal de oorzaak van herpesinfecties rond de geslachtsorganen. Beide virustypen kunnen in principe elk gebied van huid en aangrenzende slijmvliezen aantasten, zodat bijvoorbeeld ook infecties met HSV type 1 onder de gordel voorkomen.
Hoe ontstaat herpes?
Wanneer het lichaam wordt besmet met HSV spreken we van een primaire (voor het eerst optredende) infectie. Een primaire HSV-infectie wordt meestal niet opgemerkt. De infectie veroorzaakt bij tien procent van de betrokkenen lichte verschijnselen. Bij één procent van de betrokkenen gaat de infectie met meer verschijnselen gepaard. Het virus dringt het lichaam binnen via een slijmvlies of de huid. Het duurt in de regel drie tot negen dagen voordat de verschijnselen zich openbaren. Het virus vermenigvuldigt zich in de geïnfecteerde huid of het geïnfecteerde slijmvlies en verspreidt zich naar de lymfeklieren in de buurt van de infectieplaats. Deze lymfeklieren kunnen daardoor tijdelijk groter en pijnlijk worden. De meeste mensen worden al op jonge leeftijd met het HSV type 1 besmet. Primaire HSV-infecties zijn meestal minder ernstig bij kinderen dan bij volwassenen. De ernst ervan neemt toe met het ouder worden. De meest voorkomende primaire HSV-infectie is een ontsteking van tandvlees, tong, wangslijmvlies en lippen. Soms verspreidt de infectie zich ook via het bloed naar de rest van het lichaam, wat gepaard gaat met algemene ziekteverschijnselen zoals koorts. Dit laatste komt vooral voor bij patiënten met een verminderde afweer. Het bijzondere van een HSV-infectie is dat het virus levenslang in een slapende vorm in het lichaam aanwezig blijft. In een vroeg stadium van de primaire infectie dringt het virus binnen in de plaatselijke zenuwuiteinden en verplaatst zich via de zenuwbanen naar de bijbehorende zenuwknoop. Door verschillende omstandigheden, waaronder koorts, zonlicht, menstruatie of stress kan het virus opnieuw actief worden en zich vanuit de zenuwknoop naar het oorspronkelijk besmette gebied van de huid of het slijmvlies verplaatsen. Hier kan dan opnieuw een ontsteking optreden.
Hoe vindt besmetting plaats?
Het virus heeft buiten het menselijke lichaam slechts een korte levensduur. Besmetting vindt voornamelijk plaats door direct contact met een drager van het virus. Besmetting is mogelijk via rechtstreeks huid- of slijmvliescontact (zoenen, seksueel contact), maar soms ook via bepaalde gebruiksvoorwerpen. Ook door aanraking van de herpesuitslag met de vingers kan het virus worden overgebracht. De mogelijkheid bestaat dat daardoor de herpesinfectie naar een andere plaats van het lichaam wordt overgebracht.