Hoe ontstaat pseudotumor cerebri?
Bij pseudotumor cerebri is er een verhoging van de druk van het hersenvocht. Het hersenvocht wordt geproduceerd in de hersenkamers, dan stroomt het door deze kamers door een uitgang naar buiten en vervolgens buiten om de hersenen in de zogenaamde subarachnoïdale ruimten naar boven bij de kruin waar het vocht weer in het bloed wordt opgenomen. Dit laatste gebeurt door de zogenaamde arachnoïdale granulaties van Pacchioni, klompjes weefsel in de wand van de veneuze sinussen die het hersenvocht naar het bloed in de veneuze sinus afvoeren.
De oorzaken voor de liquordrukverhoging zijn:
- Een afgenomen afvoer van hersenvocht (liquor) hetzij doordat de veneuze sinussen, hetzij doordat de arachnoïdale granulaties heel geleidelijk (chronisch) verstopt raken. De veneuze sinussen zijn de bloedleiders die in het harde hersenvlies (dura) verlopen en waarin het hersenvocht wordt afgevoerd.
- Een andere oorzaak voor de verhoging van de liquordruk is een toegenomen productie van hersenvocht. Hier moeten we opmerken, dat afgenomen afvoer en toegenomen productie van hersenvocht ook de oorzaken zijn van hydrocefalie.
Waarom is er dan bij pseudotumor cerebri geen verwijding van de hersenkamers? Dat heeft hiermee te maken dat bij hydrocefalie (doordat er ook een verstopping is van de liquorafvoerwegen binnen het hoofd) de druk binnen de hersenkamers hoger is dan erbuiten, wat de hersenkamers doet uitzetten. Daarentegen is bij pseudotumor cerebri de verhoging van de druk overal in de liquorruimten aanwezig, waardoor de hersenkamers niet als het ware van binnen opgeblazen worden; de hersenkamers zijn meestal normaal van wijdte of zelfs iets vernauwd. Dit komt doordat onder invloed van de verhoogde druk in de hersenkamers liquor uit de hersenkamers in het omgevende hersenweefsel sijpelt en zich tussen de cellen van het hersenweefsel dringt. Het hersenweefsel raakt hierdoor gezwollen; deze zwelling wordt in vaktermen hersenoedeem genoemd. Door de zwelling worden de hersenkamers enigszins samengedrukt, wat op CT-scans en gewone MRI-scans kan worden gezien.