Ureteroscopie en nierstenen verwijderen
Wat is een ureteroscopie?
Tijdens een ureteroscopie kan een uroloog in de urineleider (ureter) kijken. De ureter is de afvoerende buis tussen de nier en de blaas en is verantwoordelijk voor transport van urine van de nier naar de blaas. Een dun hol buisje, ureteroscoop, wordt via de plasbuis in de urineleider gebracht. Tijdens het kijkonderzoek kan ook direct een behandeling plaatsvinden. Een van deze behandelingen is het verwijderen van stenen in de urineleider. Daarover lees je meer op deze pagina.
Tijdens een ureteroscopie kan er een steen uit de urineleider worden verwijderd. Een klein steentje in de ureter wordt over het algemeen vanzelf uitgeplast. Bij een grotere steen, die waarschijnlijk niet spontaan wordt uitgeplast, kan een ingreep nodig zijn. De steen wordt vergruisd en/of verwijderd door middel van een operatie. Om grotere stenen kwijt te raken was vroeger altijd een operatie nodig waarbij de urinebuis werd geopend. Tegenwoordig is het in veel gevallen mogelijk ook stenen in de urineleider te vergruizen met een niersteenvergruizer, waarna de deeltjes van de steen vanzelf uitgeplast worden.
Wanneer een ureteroscopie?
Wanneer een behandeling met de niersteenvergruizer geen resultaat heeft gehad of wanneer deze methode niet geschikt lijkt, kan worden gekozen voor een ureteroscopie. Soms is de steen in de urineleider zo groot dat de afvoer van urine gehinderd wordt. In dat geval wordt meestal sneller gekozen voor een ureteroscopie, omdat de nier dan gestuwd raakt (er blijft een te grote hoeveelheid urine in de nier die niet kan passeren) met het gevaar dat de nier op den duur minder goed zal functioneren. Wanneer de nier afgesloten is, bestaat er ook een groter risico op infectie.
Laatst bijgewerkt op 29 maart 2019