Welke soort herniaoperaties zijn er?
Er bestaan verschillende soorten operaties om een rughernia te verhelpen. De aard van de hernia, de voorkeur van de chirurg en eventuele bijkomende factoren bepalen voor welk type operatie je in aanmerking komt. Hieronder sommen we alle operatietechnieken op.
- Klassieke open herniaoperatie: Hierbij ga je onder volledige narcose en wordt het te opereren gebied helemaal blootgelegd. Lees meer over hoe deze operatie in zijn werk gaat.
- Endoscopische herniaoperatie: Deze operatie gebeurt met behulp van een camera. Er bestaan twee soorten endoscopische operaties: transformale endoscopische discetomie (PTED) en micro-endoscopische herniaoperatie (MED). Lees meer hoe een PTED en MED in zijn werk gaan.
- Micro-tube herniaoperatie: Dit is een afgeleide van de endoscopische operatie. Hierbij krijg je een sneetje van slechts 3 cm waar vervolgens een buisje in wordt gebracht. De chirurg kijkt door een operatiemicroscoop om de operatie goed uit te voeren. Lees meer hoe een micro-tube herniaoperatie in zijn werk gaat.
- Laminectomie: Bij deze ingreep wordt een wervelboog (lamina) verwijderd. Hierdoor komen de beknelde zenuwwortels weer vrij te liggen.
- Interarcuaire decompressie: Een microchirurgische behandeling voor stenose met intact houden van de wervelboog.
Er is geen bewijs dat de ene methode beter is dan de ander. Wel blijkt uit onderzoek van Medisch Centrum Haaglanden (2009) dat 31 procent na een klassieke open herniaoperatie geheel klachtenvrij is, terwijl bij een endoscopische operatie dit 21 procent is. De laatste twee operatietechnieken – laminectomie en interarcuaire decompressie – worden nauwelijks nog uitgevoerd om een hernia te verhelpen. In de rest van het dossier gaan we daarom alleen dieper in op de eerste drie operatietechnieken.