Waarom wordt echoscopie verricht?
In het begin van de zwangerschap
In het begin van de zwangerschap kan men met echo-onderzoek:
- vaststellen of de zwangerschap zich in de baarmoeder bevindt.
- vaststellen dat het een intacte zwangerschap is, dat wil zeggen dat het hartje klopt.
- zien of het om een eenling of een meerling-zwangerschap gaat.
- de duur van de zwangerschap vaststellen: de afmetingen van het kind geven een vrij nauwkeurige indruk van de termijn en de uitgerekende datum.
- vaststellen of de baarmoeder en eierstokken er normaal uitzien.
Later in de zwangerschap
Later in de zwangerschap kan de echo op een aantal andere vragen een antwoord geven, zoals:
- de groei van het kind
- de hoeveelheid vruchtwater
- de plaats van de placenta
- de ligging van het kind
- afwijkingen van het kind
Wat kan men niet zien met een verloskundig echo?
Bij een echo in de zwangerschap bekijkt men globaal het kind. Meestal beoordeelt men het hoofd en de romp. Dit betekent dat grote afwijkingen van het kind doorgaans wel gezien worden. Niet alle afwijkingen zijn echter zichtbaar: zo bekijkt men bijvoorbeeld niet als routine of het kind een hazenlip heeft. Men ziet niet alle aangeboren hartafwijkingen. Niet goed aaneengesloten wervels van de rug kunnen eveneens gemist worden, en ook kijkt men niet standaard of de ledematen zijn aangelegd. Met andere woorden: een echo is geen garantie voor een gezond kind of een kind zonder aangeboren afwijkingen.
Doppler-onderzoek
Tijdens het echo-onderzoek wordt soms een doppler-onderzoek verricht. Daarbij meet men de bloeddoorstroming in de navelstreng. Het onderzoek geeft informatie over het functioneren van de placenta. Het wordt alleen, en ook niet altijd, uitgevoerd als er een goede reden voor is, bijvoorbeeld groeivertraging van het kind of een ernstige vorm van hoge bloeddruk.