Hoe gaat een kijkoperatie in zijn werk?
De voorbereiding op de operatie
De operatie gebeurt onder algehele narcose of plaatselijke verdoving. Plaatselijke verdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor je weinig of niets van de operatie merkt. Bij opname kun je jouw keuze bespreken.
De operatie
De ingreep duurt ongeveer een half uur. De orthopedisch chirurg maakt aan de voorzijde van de knie een sneetje van 1 centimeter. Vervolgens brengt hij een dunne kijker (artroscoop) in de knie, met een lichtkabel daarop aangesloten. De artroscoop wordt ook aangesloten op een videocamera en een beeldscherm. Via een aparte aan-en afvoeropening in de knie wordt het gewricht voortdurend gespoeld met een zoutwateroplossing. De orthopedisch chirurg brengt tijdens de operatie zonodig een tangetje of schaartje in het gewricht aan om de knie te kunnen behandelen. Na de ingreep worden de operatiesneetjes afgedekt. Soms besluit de orthopedisch chirurg tijdens de operatie om direct een grotere snee in de knie te maken, omdat de gevonden aandoening niet met artroscopie te behandelen is. De nabehandeling kan dan ook langer duren: vaak krijg je dan gips om je knie.
Nabehandeling
Na een eenvoudige artroscopische ingreep kun je meestal dezelfde dag naar huis. Een enkele keer kan het nodig zijn dat je een nachtje overblijft. Soms heb je een pijnstiller nodig. Dan is paracetamol vaak voldoende. Buigen van de knie mag, maar met mate en niet meer dan negentig graden. Je moet voorkomen dat het wondje openspringt. Ook lopen mag, maar met mate. De eerste twee tot drie dagen kun je beter geen wandelingen maken. Krukken zijn vrijwel nooit nodig, tenzij je arts deze voorschrijft. Douchen moet je wegens infectiegevaar uitstellen tot de wondjes gesloten zijn. Dat is meestal na vijf dagen het geval. Als het nodig is, krijg je fysiotherapie. Vaak is zelf oefenen voldoende. Je arts zal je adviseren de eerste week bijvoorbeeld vijfmaal per dag het bovenbeen in zittende houding (op de tafelrand of in een rechte stoel) tien tot vijftien maal vijf seconden lang stevig aan te spannen. Een week na de operatie kun je zelf de hechtpleisters verwijderen. De poliklinische controle vindt één tot twee weken na de ingreep plaats, op advies van je arts. Als de genezing nog niet optimaal is, kan een tweede controle nodig zijn. Na genezing zijn de huidwondjes vaak nog dik. Dit komt doordat het onderliggende kapsel ook geopend is en iets langere tijd nodig heeft om te genezen. Dit vraagt drie tot vier weken. Het moment waarop je weer kunt werken is afhankelijk van de aard van de ingreep en het soort werk dat je doet. In het algemeen kun je twee weken aanhouden voor zittend werk en drie weken voor zwaarder werk. Het is niet verstandig binnen een maand met contactsporten te beginnen. Bij zwelling van de knie, als reactie op inspanningen, moet je het iets rustiger aan gaan doen.