Klachten bij een posttraumatische stressstoornis
Een PTSS kenmerkt zich door vier groepen verschijnselen.
Gevoelens van spanning en onrust die voor de gebeurtenis niet aanwezig waren
Deze gaan gepaard met woede-uitbarstingen, agressie of prikkelbaarheid, slecht slapen, concentratieproblemen, overmatige waakzaamheid en heftige schrikreacties.
Herbelevingen van de traumatische gebeurtenis(sen)
Het herbeleven gebeurt niet alleen in nachtmerries en akelige dromen, maar ook overdag. Je moet steeds maar weer aan de gebeurtenis denken en kan details niet uit het hoofd zetten. Soms handelt iemand alsof hij nog midden in de gebeurtenis zit. Daarbij kan de realiteit van het hier en nu wegvallen. Bij confrontatie met situaties die lijken op de traumatische gebeurtenis, of er op een andere manier aan doen herinneren bijvoorbeeld door geur, een voorwerp, een datum, kunnen angsten en andere hevige emoties ontstaan. Ook kunnen dan lichamelijke angstreacties optreden, zoals een snelle pols of hevig transpireren.
Vermijden van prikkels die in verband gebracht kunnen worden met de gebeurtenis
Omdat je bang bent opnieuw overspoeld te worden, ga je situaties die verband houden met de traumatische gebeurtenis of die eraan doen herinneren zoveel mogelijk uit de weg. Soms ontstaat geheugenverlies voor de traumatische gebeurtenis of delen daarvan, terwijl het geheugen verder normaal functioneert. Geheugenverlies komt veel minder voor dan vroeger werd aangenomen.
Verschijnselen van gevoelsarmoede
Dit uit zich in een verminderde belangstelling voor gebruikelijke activiteiten, voor andere mensen, of voor de toekomst. Je kan minder goed gevoelens tonen of je hebt een gevoel van vervreemding of er niet bij horen. Deze verschijnselen kunnen sterk op een depressie lijken. Naast de genoemde verschijnselen van PTSS komen ook vaak schuldgevoelens voor, of ingehouden kwaadheid. Iemand kan zich bijvoorbeeld schuldig voelen omdat hij de traumatische gebeurtenis overleefd heeft, terwijl dierbare anderen omgekomen zijn.
Bij mishandeling en seksueel misbruik komt het nogal eens voor dat het slachtoffer zichzelf daarvan de schuld geeft. Ingehouden kwaadheid komt vaak tot uiting als een verwijt aan anderen of aan autoriteiten dat zij onvoldoende zorg hebben gedragen om de gebeurtenis te voorkomen. Kinderen hebben dezelfde klachten als volwassenen, maar zij uiten het anders, bijvoorbeeld als leerproblemen en sociale problemen op school, lichamelijke klachten, zoals onbegrepen buikpijn of hoofdpijn, nachtmerries, stil en teruggetrokken zijn of juist prikkelbaar en druk zijn.