Bypass klinisch en economisch aantrekkelijker dan dotteren
Op de lange termijn zijn de kosten van een bypassoperatie niet veel hoger dan de kosten van een percutane coronaire interventie (PCI), beter bekend als dotteren. Bovendien is de kwaliteit van leven van patiënten met een bypass vaak hoger. Dat toont Ruben Osnabrugge aan in zijn proefschrift voor de Erasmus Universiteit.
Voorspellend model
Uit eerder onderzoek kwam al naar voren dat een bypass vaak beter is dan dotteren bij een vernauwing in alle drie de kransslagaders en/of de hoofdstam. In Nederland ondergaan per jaar ruim 38.000 mensen een dotterbehandeling. Een bypassoperatie vindt ongeveer 4500 keer per jaar plaats. Osnabrugge stelde voor zijn onderzoek een voorspellend model op voor de kosten en ligduur in het ziekenhuis na een bypassoperatie. Ook vergeleek hij verschillende hartcentra op het gebied van zowel kosten als kwaliteit.
Kosten
In eerste instantie lijken de kosten voor een bypassoperatie veel hoger dan de kosten voor dotteren. Na vijf jaar is het verschil echter veel kleiner door hogere medicatiekosten, meer ziekenhuisopnames en aanvullende behandelingen na een dotterbehandeling. Naast kostenbesparend is ook de kwaliteit van leven van patiënten die een bypass kregen vaak hoger. De uitkomsten van het onderzoek kunnen bijdragen aan de huidige discussie over transparantie en hoge kosten in de zorg.