Hoe gaat het inbrengen van een suprapubische blaaskatheter in zijn werk?
De ingreep geschiedt meestal poliklinisch onder plaatselijke verdoving. Tevoren zal vaak een blaaskatheter ingebracht worden via de plasbuis om de blaas te kunnen vullen. Na desinfectie van de buikwandhuid (meestal met jodium) wordt de huid verdoofd middels een injectie. Vervolgens maakt de arts ter plaatse van de verdoofde huid een kleine snede. Hierna wordt met een dikkere naald de blaas aangeprikt. Dit kan een pijnlijke sensatie geven. om deze naald heen zit een holle buis. Na verwijderen van de naald kan dan door deze buis de katheter rechtstreeks in de blaas worden geplaatst. De buis wordt verwijderd en de ballon van de katheter wordt opgeblazen om te voorkomen dat de katheter uit de blaas raakt. De katheter wordt soms ook met een hechting vastgezet. Na +/- 1 week kan deze hechting weer verwijderd worden. Na een geslaagde plaatsing van de suprapubische katheter wordt de vulcatheter weer verwijderd. Het wondje bij de suprapubische katheter wordt bedekt met een steriel gaas. De ingreep duurt +/- 15 minuten. Na de ingreep kun je meteen weer naar huis. Geadviseerd wordt voor begeleiding en vervoer zorg te dragen.
Complicaties van de ingreep
- Bloedverlies uit de blaas ten gevolge van de punctie. Soms is het noodzakelijk de blaas dan goed te spoelen.
- Schade aan de omliggende weefsels zoals een bloedvat of darmlis. Het risico wordt kleiner indien de blaas goed gevuld kan worden voor de punctie. Bij twijfel kan eventueel met behulp van echografie de blaas gelokaliseerd worden en op geleide hiervan worden geprikt.
Bovengenoemde complicaties zijn zeldzaam.