Hoe gaat een gezichtsveldonderzoek in zijn werk?
Tijdens een gezichtsveldonderzoek onderzoekt de oogarts beide ogen afzonderlijk. Dit gebeurt met behulp van een gezichtsveldapparaat in een donkere kamer. Er wordt één oog afgedekt, terwijl je met je andere oog naar een vast punt moet kijken. Vaak gaat het om een lichtje in het midden van het apparaat.
Er zijn twee typen gezichtsveldonderzoek, namelijk statische automatische perimetrie en kinetische perimetrie. Bij een statische automatische perimetrie verschijnen korte lichtflitsen op andere plaatsen dan het punt waarnaar je moet kijken. Als je een lichtflits ziet, druk je op een knopje. Zo kan het hele gezichtsveld van beide ogen worden onderzocht. Bij verdenking van glaucoom wordt meestal gebruik gemaakt van dit onderzoek.
Tijdens een gezichtsveldonderzoek middels kinetische perimetrie verschijnen er lichtsignalen, die van de buitenkant naar het midden van het gezichtsveld bewegen. Zodra je het lichtsignaal ziet druk je op een knop. Op deze manier kan het exacte gezichtsveld in beeld gebracht worden. Dit onderzoek wordt gebruikt bij verdenking op neurologische aandoeningen.
Beide onderzoeken duren ongeveer 10 tot 30 minuten per oog. Een gezichtsveldonderzoek vereist hoge concentratie.
Na het gezichtsveldonderzoek
Na afloop van het gezichtsveldonderzoek wordt de uitslag meteen besproken. Er kunnen verschillende aandoeningen door een gezichtsveldonderzoek naar boven komen, zoals glaucoom, neurologische aandoeningen zoals een herseninfarct of -tumor, afwijkingen van de oogzenuw of bijwerkingen van medicijnen.
Afhankelijk van de uitslag van het gezichtsveldonderzoek kan een behandeling worden gestart.