Pacemakercontrole

Wat is een pacemakercontrole?

Na het implanteren van uw pacemaker wordt u regelmatig gevraagd terug te komen voor controle. Tijdens een pacemakercontrole wordt uw pacemaker uitvoerig doorgemeten en indien nodig bijgesteld. Ook kijkt de arts of de batterij van de pacemaker in orde is.

Voorbereiding

U hoeft zich niet voor te bereiden op dit onderzoek.

Hoe gaat een pacemakercontrole in zijn werk?

Tijdens dit onderzoek mag u uw kleding aanhouden. U neemt plaats in de onderzoeksstoel of op de onderzoekstafel. U wordt aangesloten op de ECG-monitor. Hiervoor krijgt u een nat gaasje en een klem op uw enkels en polsen. Dan wordt de activiteit van uw hart zichtbaar.

De pacemakerverpleegkundige plaatst een apparaatje (programmeerkop) op uw borst op de plek waar de pacemaker is geïmplanteerd. Dit apparaatje maakt contact met uw pacemaker. Op een scherm kan de verpleegkundige nu de activiteit van uw pacemaker aflezen. De verpleegkundige voert enkele tests uit om de werking van de pacemaker te controleren.

Het kan zijn dat de verpleegkundige u vraagt om een stukje te gaan lopen of om de handen tegen elkaar aan te drukken.

U kunt tijdens de metingen een wat licht of juist zwaar gevoel in het hoofd krijgen of hartkloppingen. Het varieert sterk per persoon of u hier last van heeft. Het kan vervelend aanvoelen, maar het is niet gevaarlijk.

Duur van het onderzoek

De controle duurt, afhankelijk van het type pacemaker dat u heeft, 20 tot 40 minuten. 

Na het onderzoek

Na het onderzoek koppelt de verpleegkundige weer los van de apparatuur en wordt er een afspraak met u gemaakt voor de volgende controle.

Uitslag

De verpleegkundige geeft u direct de uitslag van de test. Als de pacemaker moet worden bijgesteld dan gebeurt dit ter plekke. Wanneer de pacemaker niet meer goed functioneert, neemt de verpleegkundige contact op met uw cardioloog.