Klachten bij etalagebenen
Pijn bij het lopen is het belangrijkste verschijnsel van claudicatio intermittens. De plaats waar de pijn optreedt zegt iets over de plaats van de vernauwing in de bloedvaten. De vernauwing in het bloedvat zit altijd boven het niveau waar de pijn optreedt. Treedt bij het lopen pijn op in de bilstreek en het bovenbeen, dan zit de vernauwing in de hierboven gelegen bekkenslagader (arteria iliaca). Krijg je bij het lopen pijn in de kuit, dan zit de vernauwing in de slagader in het bovenbeen (arteria femoralis). Bij een vernauwing in een van de drie onderbeensslagaders zit de pijn in de voet. Door de pijn kun je beperkt zijn in je dagelijkse activiteiten, dat kan zijn op het werk, bij huishoudelijke activiteiten of tijdens sporten.
Andere klachten van een vernauwing kunnen zijn: koude voeten, verlies van haar op de benen, verdikte teennagels (vaak met schimmelinfectie) en vertraagde nagelgroei. Als gevolg van een slechtere doorbloeding kan je been bleek worden wanneer je het optilt en kan het rood verkleuren wanneer je het been laat hangen.
In een verder gevorderd stadium van vaatvernauwing of zelfs afsluiting van de beenslagaders kan het tekort aan bloed in je been ook al in rust optreden zonder dat de spieren actief zijn. Dan heb je 's nachts in bed pijn. Ook kunnen wonden aan de benen slecht genezen of zelfs spontaan ontstaan.
Meer lezen over etalagebenen? Bekijk dan de tekst over claudicatio intemittens op solvo.