Operatie van een nekhernia
Niet iedere nekhernia hoeft geopereerd te worden. Voorop staat dat de klachten de hernia kunnen verklaren. Dan nog is het zo dat in de meeste gevallen (ongeveer 80-90%) de herniaklachten overgaan door middel van fysiotherapie, gedoseerde rust en pijnstillers.
Nekherniaoperatie
Herniaklachten kunnen ook zonder behandeling minder worden of verdwijnen. Daarom moet je, samen met je specialist, niet te snel besluiten om de nekhernia te opereren. Aan de andere kant is het zo dat bij (te) lang wachten het herstel na een operatie vertraagd kan verlopen. In het algemeen wordt aangehouden om niet eerder dan na acht weken te opereren. Uitzondering hierop is als er sprake is van een spoedindicatie, bijvoorbeeld:
- Bij ernstige of snel optredende uitvalsverschijnselen (bijvoorbeeld verlammingen) door druk van de hernia op een zenuw of op het ruggenmerg.
- Als je zo veel pijn hebt dat je niet goed meer kunt functioneren. Het klachtenpatroon geeft dan de doorslag, omdat je zelf aangeeft ‘dat het zo niet verder kan’.
In de meerderheid van de gevallen waarbij wordt overgegaan tot operatie van een nekhernia gaat het om patiënten die kampen met aanhoudende en/of onverdraaglijke pijn. De operatie van een nekhernia gebeurt altijd onder volledige narcose. Er zijn verschillende methodes om een nekhernia te opereren. Lees verder in het dossier Herniaoperatie.
Operatierisico's
Zoals bij iedere operatie zijn er ook aan een nekherniaoperatie risico's verbonden. De kans dat die optreden is echter zeer klein. De nekhernia komt in de praktijk vaak voor en de operatieve behandeling ervan door de neurochirurg behoort dan ook tot de 'routineoperaties’. Desalniettemin kan er een toename van de uitvalsverschijnselen (verlammingen, gevoelsverlies) optreden, als de zenuwwortel die de chirurg behandelt al te erg bekneld is. Een ontsteking van de operatiewond of van de tussenwervelruimte komt een enkele keer voor. Ook nabloeding in het operatiegebied kan optreden. Zeer zelden komt een beschadiging van een stembandzenuw voor. Nog veel zeldzamer, maar wel ernstig, is een beschadiging van de slokdarm of van het ruggenmerg.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie
Laatst bijgewerkt op 12 maart 2018