Hoe gaat een cardioversie in zijn werk?
Op de dag van de cardioversie maakt de arts eerst een hartfilmpje (ECG) en meet hij de bloeddruk. Ook wordt bloed geprikt. Dit ter controle van de stollingswaardes. Als alle bloeduitslagen en het hartfilmpje goed zijn, word je naar de ruimte gebracht waar de ingreep zal plaatsvinden.
Hier krijg je een infuus waarmee de verdoving (narcose) wordt toegediend. Dit werkt binnen enkele minuten. Ook krijg je extra zuurstof via een masker en brengt de arts elektrodenplakkers op de borst aan, zodat je op de hartbewakingsapparatuur kan worden aangesloten. Wanneer je in slaap bent gevallen, dient de arts je met een defibrillator één of meer stroomstootjes toe op de borstkas. Van deze schokken voel je niks. Op de hartbewakingsapparatuur kan de arts zien of het hart door de schok weer een normaal ritme heeft. Na de cardioversie word je vrij snel weer wakker.
Een cardioversie is helaas niet altijd succesvol. Het kan ook voorkomen dat de cardioversie in eerste instantie succesvol lijkt, maar dat het hartrime na enkele minuten of uren weer onregelmatig wordt. Indien het hartritme niet hersteld is door de behandeling, zal de arts met je bespreken welke verdere behandelingen mogelijk zijn. Eventueel moet je op een later moment nog een keer een cardioversie ondergaan.
Duur van de behandeling
Een cardioversie duurt niet lang. Normaal gesproken ben je ongeveer tien minuten onder narcose.
Na de cardioversie
Na de cardioversie blijf je een tijdje in het ziekenhuis tot de verdoving helemaal is uitgewerkt. Ook zal een verpleegkundige je bloeddruk en hartritme controleren. Wanneer je weer helemaal wakker bent, mag je weer eten en drinken. Na enkele uren kun je weer naar huis. Vanwege de verdoving mag je niet zelf autorijden, dus zorg dat je door iemand wordt opgehaald.