Hoe gaat een flecaïnide provocatietest in zijn werk?
Tijdens het onderzoek ligt u in bed op uw rug. De verpleegkundige plakt ECG-plakkers op uw borst en sluit deze aan op een hartmonitor. Dit is voor de controle van uw hartritme. Ook krijgt u een bloeddrukmeter om uw arm. Vervolgens krijgt u een infuusnaald in uw arm. Via het infuus krijgt u het medicijn Flecaïnide toegediend. De dosis hiervan hangt af van uw gewicht. Het toedienen duurt ongeveer vijftien minuten. Als u tijdens het toedienen van de medicatie klachten krijgt, zoals licht in het hoofd, duizeligheid, misselijkheid of hartkloppingen, moet u dit meteen aan de verpleegkundige melden. De toediening van de medicatie kan dan voortijdig worden gestopt. Ook kan bij veranderingen op het hartfilmpje de toediening voortijdig worden beëindigd.
Om afwijkingen te kunnen opsporen, wordt tijdens het infuus elke twee minuten een hartfilmpje gemaakt en uw bloeddruk gemeten. Tot vier uur na de toediening van de medicatie, wordt ieder uur een hartfilmpje gemaakt. Na het laatste hartfilmpje of het tussentijds stoppen van de medicatie, besluit de cardioloog of u naar huis kunt of wordt opgenomen ter observatie.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt minimaal zes uur. Als de cardioloog het nodig vindt, blijft u een nacht in het ziekenhuis. Uw hartritme wordt dan gedurende 24 uur geobserveerd.
Na het onderzoek
Als er niets afwijkends op de hartfilmpjes is gevonden, wordt u losgekoppeld van de hartmonitor en uw infuus verwijderd. U krijgt dan iets te eten, waarna u naar huis kunt.
Als er wel iets afwijkends is gevonden of als er hartritmestoornissen zijn ontstaan, bespreekt de cardioloog het vervolg met u. Het kan zijn dat u een nacht in het ziekenhuis moet blijven.
Uitslag
Meestal komt de arts na het onderzoek bij u langs om de uitslag te vertellen. Ook kan het zijn dat u poliklinisch de uitslag te horen krijgt.