Onderzoek van de vulva door de gynaecoloog
Terwijl je op de gynaecologische onderzoekstoel ligt, bekijkt de gynaecoloog eerst de vulva aan de buitenkant. Je kunt een spiegel vragen om zelf mee te kijken en om de plekken waar je last van hebt zelf aan te wijzen. Vraag om uitleg als je iets niet begrijpt. Soms vindt daarna een inwendig onderzoek van de schede plaats met het speculum. Eventueel neemt de gynaecoloog met een wattenstokje wat afscheiding af; met de microscoop wordt dan gezocht naar bacteriën, schimmels of eventuele andere veroorzakers van de klachten. Het is ook mogelijk dat er in het laboratorium een kweek van het materiaal wordt gemaakt; de uitslag van dat onderzoek is na ongeveer een week bekend. Wanneer verder lichamelijk onderzoek nodig is, wordt een nieuwe, poliklinische afspraak gemaakt voor een vulvoscopie. De gynaecoloog bekijkt dan de vulva met een soort vergrootglas. Eventueel wordt de vulva met verdund azijnzuur vochtig gemaakt, wat een prikkend gevoel kan geven. Soms neemt de gynaecoloog een klein stukje weefsel (biopt) af voor verder microscopisch onderzoek door de patholoog-anatoom. Je krijgt daarvoor een verdoving; deze kan even pijnlijk zijn, maar van het biopt nemen zelf voel je doorgaans niets. De uitslag van het biopt is meestal binnen twee weken bekend.