Hoe gaat een TVT-operatie in zijn werk?
De operatie gebeurt op de operatiekamer en kan plaatsvinden onder narcose, met een ruggenprik, of met een kortwerkend slaapmiddel dat gecombineerd wordt met plaatselijke verdoving. Je krijgt dan het slaapmiddel via een naald in je arm of hand toegediend, en de chirurg verdooft plaatselijk de onderbuik net boven het schaambeen en het deel van de vagina dat rond de urinebuis ligt. Veel gynaecologen en urologen in Nederland gebruiken de combinatie van plaatselijke verdoving en een slaapmiddel.
Het bandje dat tijdens de operatie wordt ingebracht, komt in een U-vorm te liggen net onder de blaas. De urinebuis hangt op de bodem van de U. Beide bovenkanten van de benen van de U komen net boven het schaambeen uit. Op deze plaats maakt de chirurg twee sneetjes. Door een andere kleine snee in de vagina steekt de arts links en rechts van de urinebuis het bandje door naar de twee sneetjes in de onderbuik. Zo wordt de urinebuis in de richting van de buikwand getrokken. Tijdens de operatie controleert de arts via een kijkbuis in je blaas of er geen beschadiging van de urinebuis of blaas optreedt.
Nadat de band is aangebracht, vraagt men je te hoesten. Dit kan alleen als er geen narcose (of ruggenprik) wordt gebruikt. Terwijl je hoest trekt de arts de band aan tot je geen urine meer verliest. Bij narcose is dit hoesten niet mogelijk, en trekt de arts het bandje zo stevig aan als waarschijnlijk nodig is. De twee uiteinden van de band worden dan net onder de huid afgeknipt. Daarna wordt de huid gehecht, vaak met hechtingen die uit zichzelf verdwijnen. Om ontstekingen te voorkomen, krijg je tijdens de operatie een antibioticum. Ben je overgevoelig voor een bepaald soort antibioticum, vertel dit dan voor de operatie, zodat de arts er rekening mee kan houden.
De ingreep duurt ongeveer dertig minuten en vaak mag je dezelfde dag nog het ziekenhuis verlaten. Binnen enkele weken ben je helemaal hersteld van de operatie.
Laatst bijgewerkt op 2018