Welk corticosteroïd-preparaat wordt gekozen?
Welke basis (zalf, crème, lotion, e.d.) men kiest, waarin men het corticosteroïd op de huid aanbrengt, hangt af van de aard en de plaats van de huidaandoening. Daarnaast kan men bij de corticosteroïdpreparaten kiezen uit verschillende sterktes. Klasse I is de zwakst werkzame klasse, bij voorkeur gebruikt op plaatsen waar de huid het meest kwetsbaar is en vaak voldoende voor lichte vormen van eczeem en andere huidziekten. Het meest bekende klasse I preparaat is hydrocortison-acetaat 1%. Klasse II bevat sterker werkzame middelen, die ook relatief veilig zijn voor gebruik op kwetsbare delen van de huid. Klasse III bevat sterke preparaten en klasse IV bevat de sterkste preparaten.
De keuze van de sterkte van het preparaat wordt mede bepaald door de inschatting van het risico op mogelijk te verwachten bijwerkingen. Bij kinderen worden klasse III en IV preparaten gewoonlijk niet toegepast. Voor het gelaat en de oogleden, de uitwendige geslachtsdelen, de lichaamsplooien en de binnenzijde van de bovenarmen en de dijbenen heeft een corticosteroïd van een laag werkingsniveau, liefst klasse I, in principe de voorkeur, omdat de huid op die plaatsen het meest kwetsbaar is voor lokale bijwerkingen. Hetzelfde geldt voor baby's. Een huidaandoening kan in de beginfase van de behandeling met een sterk preparaat bestreden worden, terwijl in de onderhoudsfase met een minder sterk preparaat wordt nabehandeld of het sterke preparaat minder frequent gesmeerd wordt.