Herstel na een harttransplantatie
Het herstel na de harttransplanatie duurt meestal lang. Je zult een paar weken in het ziekenhuis moeten blijven, voordat je naar huis kunt om daar verder te herstellen.
Op de verpleegafdeling
Een paar dagen na de harttransplantatie verhuis je van de intensive care naar de verpleegafdeling. Hoe lang dit duurt, hangt af van je lichamelijke conditie en is voor iedereen verschillend. Op de verpleegafdeling zal er regelmatig (ongeveer één keer per week) een stukje hartweefsel worden weggenomen. Dit heet een biopsie. Het biopt wordt vervolgens onderzocht om te kijken of je lichaam het donorhart niet afstoot. Als de eerste paar biopten geen afstotingsverschijnselen laten zien, wordt de periode tussen twee biopten langer. Verder krijg je fysiotherapie. Een harttransplantatie is een grote ingreep en je zult vooral in het begin snel moe zijn. Met fysiotherapie kun je je spieren weer sterker maken en wordt je uithoudingsvermogen beter. Ook krijg je een gesprek met een maatschappelijk werkster om de harttransplantatie emotioneel goed te verwerken. Als laatste zijn er nog de medicijnen. Deze moeten ervoor zorgen dat je lichaam het donorhart niet afstoot. Op de verpleegafdeling leer je wanneer je welk medicijn moet innemen. Voorbeelden van medicijnen die je kunt krijgen zijn: cyclosporine (neoral), tacrolimus (prograft), cellcept (mycoteolaatmofetil) en prednisolon.