Na operatie tumoren van wervelkolom en ruggenmerg
Na operatie waarbij het ruggenmergvlies geopend is geweest zullen de meeste patiënten enkele dagen bedrust moeten houden, om te voorkomen dat er lekkage van het ruggenmergvocht optreedt tussen de hechtingen van het ruggenmergsvlies door. Soms wordt tijdelijk gebruik gemaakt van een drain, die aan het einde van de operatie onder in de rug in de durale zak is aangelegd. Deze drain zorgt ervoor dat er een continue afvloed van ruggenmergvocht plaatsvindt. Daardoor wordt kunstmatig de druk in de durale zak laag gehouden, zodat er geen spanning op de inwendige hechtingen staat. Dit bevordert de verkleving van het vlies, en verlaagt de kans op de ontwikkeling van een vochtlekkage en vochtcyste. Na enkele dagen zal de drain worden verwijderd, en meestal kan dan de volgende dag worden begonnen met oefenen. Dat gebeurt onder begeleiding van de fysiotherapeut, en eventueel met behulp van ergotherapeut en revalidatiearts. Het is sterk afhankelijk van het soort tumor dat bij de operatie is aangetroffen, de plaats waar zich de tumor bevond (binnen of buiten het ruggenmerg, in de ruggenwervel), de uitvalsverschijnselen die er reeds voor operatie bestonden, en hoe de operatie technisch gezien is verlopen, of de patiënt na de ingreep herstelt. Afhankelijk van de weefseldiagnose (zie hierboven) is in bepaalde gevallen nabehandeling in de vorm van bestraling nodig (kwaadaardige astrocytomen en ependymomen). Desondanks kan er na verloop van tijd opnieuw tumorgroei optreden, waarvoor eventueel heroperatie noodzakelijk is.
Bovenstaande tekst is goedgekeurd en bekrachtigd door de ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging van Neurochirurgen. Op de website van de NVVN vindt u verhelderende illustraties en links naar andere informatiebronnen.