Hoe gaat een MRI-scan in zijn werk?
MRI is een afkorting van Magnetic Resonance Imaging. Het wordt ook wel magneetscan genoemd. Tijdens een MRI-scan kom je in een lange tunnel te liggen die als een grote magneet dient. Deze tunnel zendt ook radiogolven uit. De combinatie van het magnetische veld en de radiogolven wekken een reactie op in het lichaam waardoor MRI-beelden tot stand komen.
Je lichaam bestaat grotendeels uit water. Hierin bevinden zich watermoleculen, die weer bestaan uit twee waterstofatomen en een zuurstofatoom (H2O). Door de magnetische velden gaan bepaalde deeltjes van de waterstofatomen (protonen) zich gedragen als een soort kleine magneetjes (ook wel magnetisatie). De radiogolven laten vervolgens de wateratomen trillen (ook wel resoneren). Hierdoor zenden de wateratomen een signaal uit naar een antenne die bij de tunnel hoort. De computer van de MRI-scan vormt het signaal tot afbeeldingen, die allerlei informatie bevatten over weefsels en organen.
Wat is er precies te zien op MRI-beelden?
Via een MRI-scan is het vocht in je lichaam te zien, denk hierbij bijvoorbeeld aan hersenvocht. Het geeft een gedetailleerd beeld van weefsels in het lichaam.
De kleur van het vocht verschilt per soort MRI-scan. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen T1- en T2-magnetisatie. Het verschil zit in de duur van de perioden waarin radiogolven worden uitgezonden. Op T1-beelden wordt vocht zwart afgebeeld, terwijl op T2-beelden water juist wit wordt afgebeeld (zie afbeelding 1). De afweging voor T1- of T2-magnetisatie hangt van wat in kaart moet worden gebracht.
Lichaamsdelen waar geen water zit, zoals lucht of bot, geven geen signaal en zijn altijd zwart op de MRI-scan. Denk bijvoorbeeld aan lucht of bot. Deze bevatten namelijk geen wateratomen.
Tekst gaat door onder afbeelding
Afbeelding 1. Bron: Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie
MRI-scan met contrastvloeistof
Met MRI-onderzoek wordt weefsel met mogelijke afwijkingen in beeld gebracht. Afwijkingen zijn zichtbaar doordat bepaalde stoffen met verhoogde concentraties worden aangetroffen. Dit kan bijvoorbeeld wijzen op een tumor. Kan de arts niet alle benodigde informatie halen uit de beelden, dan kan hij een contrastmiddel gebruiken. Een voor MRI geschikt contrastvloeistof bevat het middel Gadolinium, waardoor bijvoorbeeld een hersentumor goed zichtbaar wordt.
Lees meer over de bijwerkingen van contrastmiddel op Dokterdokter.nl.
Gesloten versus open MRI-scan
MRI-onderzoek kan plaatsvinden in een reguliere mri-scanner, een smalle, dichte tunnel, maar ook in een open MRI-scan. De tunnel hiervan is korter waardoor je benen en hoofd bijvoorbeeld gewoon vrij zijn. Verder is de diameter van een open MRI-scanner groter, waardoor je meer ruimte hebt. Hierdoor is deze scan geschikt voor mensen met ernstig overgewicht of claustrofobie. Een open en gesloten MRI-scan leveren dezelfde kwaliteit.
Andere MR-technieken: MR-angiografie
Op MRI-beelden wordt water uit weefsels afgebeeld. Bepaalde technieken maken ook onderscheid tussen stromend water in de bloedvaten en stilstaand water in omliggende weefsels. Hierdoor krijgen bloedvaten een andere tint dan de omliggende weefsels. Dit wordt ook wel een MR-angiogram genoemd. Hiervoor is geen contrastmiddel nodig.
Meer weten over MRI-scans? Op de website van Prescan kun je meer lezen over een MRI-scan.
Laatst bijgewerkt op 2 maart 2018